Stel je voor: de wekker gaat, of je hebt lekker uitgeslapen en je loopt met slaperige ogen naar het raam om de gordijnen te openen. En dan zie je dat de wereld bedekt is onder een dikke deken van verse, ongerepte sneeuw. Die glorie wil je natuurlijk vastleggen op de gevoelige plaat. In dit artikel lees je hoe je het beste fotografeert in de sneeuw en gegarandeerd met mooie beelden naar huis komt. Maar fotograferen in de sneeuw kan ook uitdagend zijn. Spekgladde wegen, een camera-accu die het begeeft, sneeuw op je lens – je kunt er allemaal mee te maken krijgen als je op pad gaat om sneeuw te fotograferen. Het voordeel is dat je niet altijd ver hoeft te gaan. Ook in je eigen achtertuin zijn winterse taferelen goed te fotograferen.
Instellingen voor fotograferen in de sneeuw
Wanneer je het serene wit van een sneeuwlandschap wilt vastleggen, kan ik je aanraden de belichtingscompensatie te gebruiken om het beste uit je winterse opnamen te halen. Dit geldt vooral wanneer je camera op een automatische of halfautomatische belichtingsmodus staat. Als je op de M-stand fotografeert, maak je gebruik van de lichtmeter om de instellingen aan te passen. Later in dit artikel geef ik meer informatie hierover.
Maak gebruik van de belichtingscompensatie
In sneeuwlandschappen kan de lichtmeter in de camera soms moeite hebben met het nauwkeurig meten van de hoeveelheid licht, wat mogelijk resulteert in te donkere foto’s. Belichtingscompensatie komt hier van pas, waardoor je handmatig de belichting kunt aanpassen om de helderheid van de sneeuw nauwkeuriger vast te leggen. Sneeuw is namelijk erg wit, en je camera vertaalt bij de lichtmeting alle helderheden in het beeld naar middengrijs. Als je foto grotendeels met sneeuw gevuld is, zal de sneeuw zorgen voor een onderbelichte foto en zal deze niet zo helder zijn als je met je eigen ogen hebt gezien.
Op je camera vind je waarschijnlijk een knop met het “+/-” symbool, waarmee je de belichting handmatig kunt regelen. Raadpleeg de handleiding van je camera als je niet zeker weet waar deze knop zich bevindt. Bij het fotograferen in een sneeuwomgeving wil je vaak positieve waarden gebruiken (bijvoorbeeld +0,5 tot +1,5) om de helderheid van de sneeuw te verhogen. Experimenteer met verschillende waarden en bekijk het resultaat op het scherm. Let op: dit is alleen relevant als je camera op een (half)automatische stand staat. De camera stelt dan minimaal een van de belichtingsinstellingen (sluitertijd, ISO en diafragma) zelf in.
Als je de camera op de M-stand zet, kun je zelf de belichting instellen. De camera stelt dan niet automatisch de belichtingsinstellingen sluitertijd en diafragma in. De ISO-instelling staat hier los van en deze kun je het beste op handmatig zetten zodat je helemaal zelf de controle hebt over de belichting.
Als de camera op de M-stand staat, dan verschijnt er een lichtmeter op de display van je camera. Ook komt deze in de zoeker tevoorschijn. Stel in dat geval de belichting zo in dat de lichtmeter, die op het display of in de zoeker verschijnt, een waarde tussen +0,5 en +1,5 aangeeft. De belichtingscompensatie hoef je dan niet te gebruiken en deze kun je op 0 laten staan. Zo voorkom je dat je onderbelichte  foto maakt met grijsachtige sneeuw.
Gebruik het histogram
Het is van belang om voorzichtig te zijn met te felle belichting, omdat dit tot overbelichting kan leiden. Controleer het histogram op je camera om ervoor te zorgen dat de belichting binnen het acceptabele bereik blijft en de details zowel in de lichte als donkere gebieden behouden blijven.
Een histogram is een grafiek die de belichting van je foto weergeeft door te tonen hoe vaak een bepaalde tint voorkomt. De meeste camera’s bieden tijdens het fotograferen de mogelijkheid om een histogram als hulpmiddel te tonen.
Bij het fotograferen in de sneeuw is een veelvoorkomende fout dat de sneeuw overbelicht raakt. Hierdoor gaan subtiele texturen verloren, waardoor het witte oppervlak zonder zichtbare details achterblijft. Dat is natuurlijk zonde. Het histogram kan je helpen dit te voorkomen. Zorg ervoor dat de pieken in het histogram niet tegen de rechterkant aan zitten. Anders is de kans groot dat de witte deken van sneeuw, die er in werkelijkheid zo mooi uitziet, als een witte vlek op je foto verschijnt. De foto is dan overbelicht, en de details in de sneeuw zijn vaak niet meer te redden tijdens de beeldbewerking.
Hieronder zie je een goed voorbeeld van hoe het wel en niet moet. De eerste foto heeft een goede belichting. Het histogram piekt ronde de 80% – 90% en dat komt die de witte sneeuw waarmee de foto grotendeels gevuld is. Bij de tweede foto is de foto overbelicht. Het histogram zit helemaal tegen het wit aan gedrukt. De structuren in de sneeuw zijn verloren gegaan en dat is zonde.
Overweeg om in de M-stand te fotograferen
Als je volledige controle wilt hebben, overweeg dan over te schakelen naar de handmatige modus en pas zowel de sluitertijd, ISO als het diafragma aan voor een nauwkeurige belichting. Hieronder heb ik de belangrijkste instellingen uitgelegd en hoe je deze het beste kunt instellen wanneer je sneeuw gaat fotograferen. Wil je nog meer weten of het handmatig instellen van de belichtingsinstellingen van je camera? Ik heb een artikel geschreven met alle camera-instellingen op een rij zodat je weet hoe je jouw camera met de hand kunt instellen.
ISO-instelling
Houd de ISO-waarde zo laag mogelijk om ruis te minimaliseren. De reflectie van het heldere sneeuwoppervlak kan vaak al voldoende licht bieden, vooral bij zonnige omstandigheden. Een lage ISO-waarde, zoals ISO 100 of 200, is meestal ideaal.
Diafragma
Gebruik een klein diafragma (een hoog f-getal) om een grotere scherptediepte te bereiken en ervoor te zorgen dat zowel de voorgrond als de achtergrond scherp zijn. Dit is vooral handig bij het vastleggen van details in sneeuwlandschappen. De meeste objectieven presteren het beste tussen de f/8 en de f/11. Je hebt dan de meeste scherpte en de beste beeldkwaliteit.
Sluitertijd
Zorg voor een sluitertijd die kort genoeg is om een scherpe foto te maken. Met een te lange sluitertijd loop je kans op onscherpe foto’s. Zeker wanneer je uit de hand fotografeerd. In dit artikel lees je meer over het goed instellen van de sluitertijd.
Compositie bij het fotograferen in de sneeuw
De compositie bij het fotograferen in de sneeuw is belangrijk. Dat geldt natuurlijk altijd wel in de fotografie maar zeker bij landschapsfotografie kan een goede foto vallen of staan met de compositie.
Ter inspiratie volgen hieronder een paar voorbeelden die je mogelijk kunnen inspireren.
Voorbereiding voor fotograferen in de sneeuw
Natuurlijk moet je altijd goed voorbereid op pad gaan als je gaat fotograferen. Wanneer je in de sneeuw gaat fotograferen, zijn er nog een paar extra zaken waar je rekening mee moet houden ten opzichte van de ‘normale’ omstandigheden. Hieronder volgen daarom een paar aandachtspunten, zodat je de mooiste beelden in de sneeuw kunt maken.
Zorg voor een volle accu
Het is essentieel om ervoor te zorgen dat je camera-accu volledig is opgeladen voordat je op pad gaat om de sneeuw te fotograferen. In de ijzige kou van de winter kan de capaciteit van je camera-accu aanzienlijk afnemen. Lage temperaturen verminderen de efficiëntie van batterijen, wat kan leiden tot een snellere ontlading dan normaal. Een volledig opgeladen accu heeft meer vermogen om de kou te doorstaan en biedt je een langer uithoudingsvermogen. Het laatste wat je wilt is stoppen vanwege een lege accu.
Een praktische tip: draag altijd een paar extra opgeladen batterijen bij je, vooral als je van plan bent langere tijd buiten te zijn. Heb je een reserve-accu? Neem deze dan mee en draag hem dicht tegen je lichaam zodat hij warm blijft. Zo heeft je accu minder last van de kou. Stop hem bijvoorbeeld in een binnenzak van je jas en niet in je cameratas.
Gebruik een beschermhoes en zonnekap
Ben je van plan om tijdens een sneeuwbui te gaan fotograferen? Ook dat kan prachtige plaatjes opleveren. Natuurlijk zijn deze omstandigheden extra uitdagend voor zowel jou als je camera.
De meeste camera’s en objectieven zijn niet goed bestand tegen vocht, daarom is het raadzaam om een beschermhoes te gebruiken. Speciale beschermhoezen zijn verkrijgbaar voor situaties waarin je in de sneeuw of regen wilt fotograferen. Op die manier blijft je camera droog en beschermd tegen de elementen.
Zelfs als je een weerbestendige camera hebt die spatwaterdicht is, is het aan te raden toch een regenhoes te gebruiken. Water kan namelijk doordringen tussen kleine kieren en daar blijven zitten. Na afloop moet je de camera eerst laten drogen voordat je hem kunt opbergen. Door een regenhoes te gebruiken, blijft de camera droog en kun je hem direct opbergen zodra je weer thuis bent. Dit helpt om eventuele vochtschade te voorkomen en verlengt de levensduur van je camera.
Een zonnekap, oorspronkelijk bedoeld om ongewenste lichtinval te voorkomen, werkt ook uitstekend als een beschermende barrière tegen sneeuw. Hiermee voorkom je dat sneeuw op de lens terechtkomt, wat storende vlekken op je foto’s kan veroorzaken. Dit is een eenvoudige en effectieve manier om je lens te beschermen tijdens het fotograferen in sneeuwachtige omstandigheden.
Laat je camera langzaam weer opwarmen
Je komt terug van een magisch schouwspel van besneeuwde landschappen. Je hebt je geheugenkaart bijna volgeschoten en zou het liefst zo snel mogelijk je foto’s inladen op de computer om ze te bekijken en eventueel nog te bewerken. Toch kun je daar het beste even mee wachten. Je camera is nog bevroren, en als je deze meteen uit je cameratas haalt, trekt hij veel vocht aan. Dat is vergelijkbaar met een glas frisdrank dat je op een zomerse dag op tafel zet. Het glas is koud en wordt nat door het condens. Bij je camera gebeurt hetzelfde. Doordat je camera nog koud is aan de buitenkant, zal hij nat worden van het condens. En dat is niet goed voor je toestel.
Wat kun je het beste doen? Simpelweg kun je het beste je camera in je tas laten zitten. Op die manier wordt je camera niet meteen blootgesteld aan de warmte van de woonkamer en krijgt hij de tijd om rustig op te warmen. Nadat de camera voldoende is opgewarmd, kun je hem uit de tas halen. Hoe snel dat opwarmen gaat, hangt af van hoe koud het was en hoe goed je cameratas isoleert. Hou daarom goed in de gaten of je camera voldoende is opgewarmd en geen vocht meer aantrekt.
Zorg goed voor jezelf
Wanneer je op pad gaat om de sneeuw te fotograferen, let dan goed op jezelf. Dat klinkt logisch, maar toch wil ik dit even onder de aandacht brengen. Als je niet goed voorbereid op pad gaat, kom je waarschijnlijk eerder thuis dan je vooraf had gedacht. En dat is zonde, want dan mis je toch een deel van het winterse tafereel. Door je goed aan te kleden, heb je geen last van de omstandigheden en geniet je meer van het fotograferen. En vergeet na afloop niet jezelf te trakteren op een warme chocomel.
Ik wens je veel pelzier wanneer je op pad gaat om winterse landschapen te fotograferen. Lijkt het je leuk om smaen met een groep gedfrven amaterufotograferen op pad te gaan? Dan is onze fotoclub misschien wel iets voor jou. Om daar achter te komen kun je een proeflidmaatschap aanvragen zodat je kunt kijken of het iets voor je is.