Het instellen van de belichting van je camera is natuurlijk erg belangrijk. Foto’s die onder- of overbelicht zijn vindt niemand mooi. Gelukkig heeft je camera de mogelijkheid om de belichting voor je in te stellen. Toch is dat niet de beste manier om de belichting in te stellen. Wil je het maximale uit je camera halen? Stel dan zelf de belichting van je camera in. Zo weet je zeker dat je technisch gezien het beste uit je camera haalt.

Het instellen van de belichting kan lastig zijn als je daar niet of nauwelijks ervaring mee hebt. Toch is het niet heel erg moeilijk en zelfs leuk om mee te experimenteren. In deze blog lees je hoe je zelf de regie neemt over de belichtingsinstellingen van je camera.

Belichtingsdriehoek

De belichtingsdriehoek is de basis van het instellen van de juiste belichting op je camera. De belichtingsdriehoek bestaat uit drie ‘kranen’: diafragma, sluitertijd en ISO-waarde. Deze kranen kun je open en dicht draaien. Draai je de belichtingskranen te ver open, dan heb je kans op een overbelichte foto. Maar wanneer je de kranen te ver dichtdraait, riskeer je een onderbelichte foto. Deze drie instellingen kun je onafhankelijk van elkaar instellen en elke instelling heeft zijn eigen effecten waarmee je kunt spelen. Zo zijn de instellingen bepalend voor de scherptediepte in de foto en voor de scherpte van het beeld. Hieronder staan de drie instellingen van de belichtingsdriehoek uitgelegd.

Belichting

ISO-waarde

De ISO-waarde is een van de drie belangrijkste instellingen die van invloed zijn op de belichting van een foto, naast diafragma en sluitertijd. De ISO-waarde geeft de gevoeligheid van de sensor of film aan voor het licht. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe gevoeliger de sensor is voor licht en andersom. Dit maakt de ISO-waarde een cruciale instelling voor fotografen, omdat het hen in staat stelt om foto’s te maken in verschillende lichtomstandigheden en creatieve effecten te bereiken.

Lage ISO-waarde (ISO 100-400)

Gebruik een lage ISO-waarde bij voldoende daglicht of heldere omstandigheden. Dit minimaliseert het risico op ruis in je foto’s en zorgt voor scherpe, gedetailleerde beelden. Een lage ISO-waarde is ook ideaal voor landschapsfotografie, portretten in natuurlijk licht en situaties waarin je een lange sluitertijd wilt gebruiken, bijvoorbeeld om stromend water te vervagen.

Belichting
Belichting

Gemiddelde ISO-waarde (ISO 400-800)

Gebruik een gemiddelde ISO-waarde in situaties met matig licht, bijvoorbeeld op bewolkte dagen of binnenshuis met kunstlicht. Hiermee kun je nog steeds scherpe foto’s maken zonder al te veel ruis.

Belichting

Belichting
Hier schijnt de zon maar bij beweging wil je vaak een korte sluitertijd. Daarom is een gemiddelde ISO-waarde hier logischer.

Hoge ISO-waarde (ISO 800-3200 en hoger)

Verhoog de ISO-waarde wanneer je te maken hebt met weinig licht, zoals in de avond, ’s nachts of in donkere interieurs. Hoge ISO-waarden maken snellere sluitertijden mogelijk, waardoor je bewegingsonscherpte kunt verminderen. Echter kan dit wel leiden tot meer zichtbare ruis in de foto’s. In sommige gevallen kan het gebruik van een statief helpen om de belichting te verbeteren zonder de ISO te verhogen.

Belichting
Belichting

Diafragma

Het diafragma is de opening in de lens van je camera. Het is een soort sluis die open en dicht kan en waarmee je de hoeveelheid licht die de sensor bereikt en beïnvloedt. Tegelijkertijd bepaal je met het diafragma de scherptediepte van je foto. Het diafragma wordt gemeten in f-stops, zoals f/1.8, f/4, f/8, enzovoort. Een laag f-getal (bijvoorbeeld f/1.8) staat voor een wijd open diafragma, wat resulteert in een kleine scherptediepte en een onscherpe achtergrond (bokeh). Een hoog f-getal (bijvoorbeeld f/16) geeft een smalle opening aan, wat resulteert in een diepe scherptediepte en alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld brengt.

Belichting

Groot diafragma

Gebruik een laag f-getal (groot diafragma, bijvoorbeeld f/2.8 of lager) voor portretten om een mooie onscherpe achtergrond te creëren en je onderwerp te isoleren. Bij de onderstaande foto’s zie je hoe het gebruik van een laag f-getal in de praktijk is toegepast. De poes heeft door het grote diafragma een onscherpe achtergrond gekregen. Bij de eend zie je een mooi onscherpte in de voorgrond wat voor extra dieptewerking in het beeld zorgt.

Belichting
Belichting

Klein diafragma

Gebruik een hoog f-getal (klein diafragma, bijvoorbeeld f/11 of hoger) voor landschappen of architectuur, waar je alles scherp in beeld wilt brengen. Let op: bij een te klein diafragma juist scherpte kunt verliezen. De meeste objectieven presteren het beste tussen diafragma f/8 en f/11. Dan heb je de meeste scherpte en de minste kans op leesfouten zoals onscherpte, vertekeningen en aberraties.

Belichting
Belichting

Soorten belichting in fotografie

Naast de belichtingsdriehoek is er nog een vierde factor die belichting bepaalt en dat is het licht zelf. Vaak heb je daar geen controle over en pas je de belichtingsdriehoek aan voor een goede belichting. Er zijn over het algemeen twee soorten licht waarmee je te maken kunt krijgen: hard licht en zacht licht.

Hard licht wordt gekenmerkt door sterke, scherpe schaduwen en intense hoge lichten. Dit type licht komt vaak voor op heldere, zonnige dagen en creëert opvallende contrasten in je foto’s. Het is ideaal voor het benadrukken van texturen en het creëren van dramatische effecten. Bij portretfotografie kan het echter harde schaduwen op het gezicht van je onderwerp veroorzaken

Aan de andere kant hebben we zacht licht, wat wordt gekenmerkt door subtiele overgangen tussen lichte en donkere gebieden zonder scherpe schaduwen. Zacht licht vind je vaak op bewolkte dagen, tijdens zonsopgang, zonsondergang of in de schaduw. Zacht licht is geweldig voor portretten, omdat het de huidskleur egaliseert en een natuurlijke uitstraling geeft. Het is ook ideaal voor het vastleggen van delicate details in landschappen en macrofotografie.

Belichting
Belichting

Dubbele belichting

Een leuke belichtingstechniek is om een foto dubbel te belichten. Je maakt dan een foto die je twee keer belicht wat een leuke effect geeft waarbij je twee beelden door elkaar ziet. Het is vooral een experimentele soort fotografie en niet alle foto’s met een dubbele belichting zijn mooi. Maar het is wel leuk om er mee te werken en zo je camera beter te leren kennen.

Veel camera’s hebben in het menu een functie om de foto twee keer (of vaker) te belichten. Zo heb je direct resultaat. Het is ook mogelijk om in de nabewerking een dubbele belichting te maken. Hiervoor kun je bijvoorbeeld Photoshop gebruiken om twee foto’s samen te voegen tot een geheel. Je hebt dan nog een paar extra bewerkingsopties om je foto te verfijnen.

Belichting
Belichting

Wil je meer leren over het instellen van je camera? Dat komt goed uit! Ik geef regelmatig de 4 daagse workshop camerabediening waarin je leer hoe je camera werkt en deze kunt instellen. En het mooi is dat je daar gratis aan kunt deelnemen. Wacht niet te lang en schrijf je via deze pagina in voor deze gratis workshop over camerabediening.