1. Home
  2. Knowledge Base
  3. Witbalans instellen

Witbalans instellen

Heb je je ooit afgevraagd waarom een foto van een zonsondergang er in werkelijkheid betoverend uitziet, maar op je computer een beetje ‘dof’ lijkt? De kans is groot dat je dit kunt verhelpen door de witbalans correct in te stellen. Een verkeerd witbalans instellen kan namelijk behoorlijk wat afbreuk doen aan de kleurweergave, vooral wanneer kleuren een belangrijke rol spelen. In dit artikel leggen we uit hoe je de juiste witbalansinstelling kunt vinden. Ook lees je hoe je deze kunt aanpassen op jouw Canon, Nikon of ander merk camera.

Wat is witbalans?

In eenvoudige bewoordingen regelt de witbalans hoe je camera ervoor zorgt dat wit er altijd echt wit uitziet. Ongeacht de lichtomstandigheden. Aangezien licht in verschillende tinten kan voorkomen, zoals het warme gouden uur of het koele daglicht, heeft je camera wat hulp nodig om alle kleuren nauwkeurig weer te geven.

Normaal gesproken is wit niet echt puur wit. Lampen die je interieur verlichten, hebben vaak een beetje geeltint, zodat het witte licht een warmere gloed krijgt. Niemand zit graag onder een spierwitte lamp ’s avonds. Onze ogen passen zich aan, zodat we niet worden afgeleid door de warme gloed van de lamp zodra deze is ingeschakeld. Gelukkig heeft jouw camera ook dit aanpassingsvermogen. Door de witbalans aan te passen, kan je camera de warme tint van de interieurlampen corrigeren. Zo voorkom je dat je een gele zweem in je foto’s krijgt.

Het is alsof je een bril opzet die het licht in de juiste kleur weergeeft. En een afwijkende witte kleur komt niet alleen van lampen. Je kunt hiermee te maken krijgen in verschillende situaties, zoals bij een zonsondergang. Tijdens het gouden uur, een uur voor zonsondergang, zijn de tinten aanzienlijk warmer dan tijdens het blauwe uur, een uur na zonsondergang. Door de witbalans in te stellen, kun je ervoor zorgen dat de kleuren goed worden vastgelegd op de foto.

En het mooie is dat je zelf ook kunt experimenteren. Als je camera een automatische witbalans heeft, is dat handig, maar soms wil je misschien zelf de controle hebben. Schakel over naar de handmatige modus en ontdek welk effect verschillende witbalansinstellingen hebben op je foto’s.

Kleurtemperatuur

Wit is dus niet altijd echt wit, maar kan een warme of juist koele tint hebben. De kleurtemperatuur is de technische term voor hoe warm (geel/oranje) of koel (blauw) het licht is. Je kunt dit zelf aanpassen op je camera met de kleurtemperatuurinstellingen, vaak weergegeven in Kelvin (K). Lagere Kelvin-waarden, zoals 2500K, resulteren in warmere tinten, terwijl hogere waarden, zoals 6500K, koelere tinten creëren. In de onderstaande afbeelding zie je de verschillende kleurtemperaturen.

Om het wat makkelijker te maken, hebben de camerafabrikanten de Kelvinschaal vertaald naar herkenbare pictogrammen en namen die de lichtsituatie aangeven. Zo kun je in je camera de witbalans instellen op gloeilamp, flitslicht of schaduw, zodat je de Kelvinschaal niet uit je hoofd hoeft te kennen. In de onderstaande afbeelding zie je de meest voorkomende pictogrammen die je op je camera kunt instellen.

Witbalans instellen op je Canon camera

Hoe je de witbalans op je Canon-camera instelt, verschilt een beetje per model. De meeste camera’s van Canon hebben geen sneltoets voor het snel aanpassen van de witbalansinstellingen; dit zul je dus in het menu moeten doen. In dit voorbeeld nemen we de Canon R6, maar bij andere Canon systeemcamera’s zullen deze instellingen op een vergelijkbare plaats te vinden zijn.

Om de witbalans bij de Canon R6 aan te passen, ga je naar het opnamemenu en kies je het derde submenu. Daar vind je de instellingen voor de witbalans en andere instellingen die te maken hebben met kleur, zoals het beeldprofiel en de kleurruimte. Via de eerste optie stel je de witbalans in. Standaard staat deze op AWB, wat staat voor automatisch witbalans. Je camera stelt zelf de witbalans in. Verderop in dit artikel lees je over de voor- en nadelen van deze instelling. Je kunt het automatische witbalans aanpassen naar een vast witbalans die past bij jouw lichtsituatie. In dit artikel vind je een uitgebreide beschrijving van het instellen van de witbalans op de Canon R6.

In de onderstaande video van Richard Barley Photography & Tutorials komen alle witbalansinstellingen van Canon voorbij met een uitgebreide toelichting.

Witbalans instellen op je Nikon camera

Ook bij Nikon is het per model verschillend hoe je de instelling van de witbalans kunt aanpassen. De meeste camera’s van Nikon hebben geen sneltoets om de witbalans aan te passen. De witbalans zul je dus moeten aanpassen door gebruik te maken van het menu. In dit voorbeeld kijken we naar de Nikon Z7, maar dit werkt bij andere systeemcamera’s van Nikon op een vergelijkbare manier.

Om de witbalans aan te passen op de Nikon Z7, ga je naar het opnamemenu, te herkennen aan het groene cameraatje, en kies je voor de optie ‘witbalans’. Daar vind je de opties voor het instellen van de witbalans die jouw Nikon-camera te bieden heeft. In dit artikel staat uitgebreide informatie over het instellen van de witbalans op de Nikon Z7.

Witbalans aanpassen

De meeste camera’s hebben de mogelijkheid om de witbalans automatisch in te stellen, en dit is vaak standaard ingeschakeld. Waarom zou je de witbalans dan handmatig aanpassen als je camera dit automatisch kan doen? Soms kan het handmatig instellen van de witbalans voordelen hebben, vooral bij onderwerpen die oranje of blauw van kleur zijn. In dergelijke gevallen kan de camera in de war raken door de dominante kleur en proberen deze te compenseren.

In de onderstaande foto zie je een voorbeeld hiervan. Het oranje boek vult het grootste deel van de foto, waardoor de camera denkt dat het licht in de foto vrij warm is. Hierdoor wordt een koele tint aan de foto toegevoegd om dit te compenseren. Het gevolg is dat het oranje van het boek wat doffer lijkt en de achtergrond een blauwe tint krijgt. De camera wordt beïnvloed door de overheersende oranje kleur van het boek. In dergelijke situaties kan het beter zijn om de witbalans handmatig in te stellen. Je kunt de witbalans dan instellen op een waarde die overeenkomt met de kleur van de omgeving, bijvoorbeeld kunstlicht of flitslicht. Zo kun je de juiste witbalansinstelling kiezen die past bij het licht, waardoor de kleuren natuurgetrouw worden weergegeven op de foto.

Witbalans instellen
Witbalans instellen

Witbalans meten met de grijskaart

Het instellen van de witbalans met een grijskaart is een andere methode om te voorkomen dat je camera verkeerde metingen doet wanneer deze op automatische witbalans staat. Een grijskaart kan nuttig zijn bij het instellen van de witbalans in lastige situaties of wanneer een nauwkeurige witbalans van groot belang is, bijvoorbeeld bij productfotografie in wisselende buitenlichtomstandigheden.

Een grijskaart is een kaart van een neutrale grijstint, vaak opvouwbaar, en heeft vaak ook een witte kant die je kunt gebruiken voor het meten van de kleurtemperatuur. De grijskaart is neutraal grijs en heeft geen kleur. Om de witbalans nauwkeurig in te stellen met behulp van de grijskaart, moet je de camera op een specifieke witbalansinstelling zetten. Bij de meeste camera’s wordt deze instelling aangeduid met de letters “PRE”. Je maakt dan een referentiefoto van de grijskaart, zodat de camera de kleur van het invallende licht kan meten. Omdat de grijskaart zelf geen kleur heeft, meet de camera alleen de kleur van het licht, waardoor je een nauwkeurige meting krijgt zonder dat de camera in de war raakt van de kleur van het onderwerp.

Bij het maken van de referentiefoto moet je ervoor zorgen dat de grijskaart schermvullend in beeld is, wat betekent dat 100% van de foto gevuld moet zijn met de grijskaart. Alleen dan krijg je een correcte meting van de kleurtemperatuur. Je camera slaat deze instelling op, zodat de witbalans goed is ingesteld bij de volgende foto’s die je maakt. Vergeet niet om de witbalans na afloop weer terug te zetten naar de normale instelling, anders loop je het risico dat de witbalans bij volgende foto’s verkeerd is ingesteld.

In de onderstaande video zie je hoe je met een grijsaard het witbalans kunt instellen door een goede meting van de kleurtemperatuur via de grijskaart.

Witbalans meten met de expodisk

Naast de grijskaart is er een ander handig hulpmiddel om de kleurtemperatuur van het licht te meten zonder dat de kleur van je onderwerp bepalend is: de expodisc. Het is een soort filter dat je voor de lens kunt plaatsen. Het filter laat omgevingslicht door en blokkeert het licht dat direct van je onderwerp komt. Hierdoor meet je, vergelijkbaar met de grijskaart, alleen het omgevingslicht voor een nauwkeurige meting. Nadat je de expodisc op de lens hebt bevestigd, volg je dezelfde stappen als bij de grijskaart. Je zet de witbalansinstelling op “PRE” en maakt een referentiefoto voor de meting van de kleurtemperatuur.

Zowel de grijskaart als de expodisc zijn ook prima geschikt voor het meten van de belichting. De naam expodisc geeft dat al aan, want het is de afkorting van exposure disc (belichtingsschijf). Dit is handig in situaties waarbij je veel contrast hebt in het licht. Door tijdens het meten van de witbalans meteen je belichting goed in te stellen, heb je vaak een correcte lichtmeting zonder dat zeer donkere of lichte partijen in het beeld de meting kunnen verstoren. Bij de grijskaart kun je hiervoor alleen de grijze kant van de kaart gebruiken, niet de witte kant. De witte kant is alleen geschikt voor het meten van de witbalans. De grijze kant is zowel te gebruiken voor het meten van de kleurtemperatuur als voor de belichting.

Deze manier van lichtmeten werkt overigens alleen wanneer je de camera op de handmatige (M) belichtingsmodus zet. Anders stelt je camera de belichting zelf opnieuw in na het meten van de belichting.

Witbalans instellen in RAW

Je weet nu hoe witbalans werkt en hoe je deze op je camera kunt instellen. Toch is de witbalans eigenlijk niet zo’n heel belangrijke instelling. Tenminste, als je in het RAW-bestand fotografeert. Mocht je nog nooit van RAW gehoord hebben, dan lees je in dit blog meer over dit bestandsformaat.

Wanneer je in RAW fotografeert, kun je altijd de witbalansinstelling achteraf aanpassen zonder kwaliteitsverlies. Zelfs wanneer de witbalans totaal verkeerd staat en je hele foto blauw is geworden, kun je achteraf de witbalans aanpassen. Zo kun je de witbalans altijd op automatisch laten staan. Doet je camera een verkeerde meting? Dan pas je simpelweg de witbalansinstelling aan in de beeldbewerking. In het JPEG-bestandsformaat, dat ook vaak gebruikt wordt, kun je de witbalans niet zo goed aanpassen. Wel kun je in de meeste beeldbewerkingsprogramma’s een correctie van het witbalans maken. Je camera legt dan een soort gekleurd filter over de foto om de kleuren iets te corrigeren. Het nadeel is dat de kleuren kunnen verschuiven. Er kan dan een kleurzweem optreden, zoals te zien is in de onderstaande video. In deze video leer je over de voor- en nadelen van werken met RAW-bestanden.

Creatief omgaan met de witbalans

De witbalans hoeft niet altijd precies afgestemd te zijn op de kleurtemperatuur. Soms kan het mooi zijn om daar iets van af te wijken om een bepaalde sfeer in de foto te brengen. Bij een winterfoto met sneeuw en kale bomen kun je de kou van de winter benadrukken door de foto een koelere tint te geven. Andersom werkt het ook. Soms is het mooi om je foto’s juist een wat warmere tint te geven, zoals bijvoorbeeld te zien is in de onderstaande foto van een bruidspaar op het strand.

Nu je weet hoe het instellen van de witbalans en de werking van kleurtemperatuur begrijpt, is het tijd om te gaan oefenen. Veel succes!

Was this article helpful?